Het terug brengen van de invloed van de agressieve sprong service lijkt
inderdaad wenselijk. De speler die serveert is zonder directe dwang van de
tegenstander en behoort dus controle uit te oefenen op zijn landing zoals
een speerwerper die de lijn ook niet mag overschrijden.
Het verschil tussen ralley en side out telling wat de opslag betreft is
voornamelijk terug te brengen op de lengte van de set die bij side out
telling aanmerkelijk langer kan zijn. Bij ralley telling serveert het
winnende team 25 maal bij side out telling was dit minstens 45. Twee procent
fout komt dus overeen met 5 of wel minstens 9 fouten. Het is onjuist om
hieruit te concluderen dat in side out telling daarom meer fouten gemaakt
konden worden Het is mogelijk waar dat nu met de ralley telling meer risico
genomen wordt. Dit probleem is meer complex. Als voorbeeld twee situaties
,een team dat een onneembaar blok heeft met sterke veld verdediging behoeft
niet agressief te serveren, een team dat er niet in slaagt met gewoon veld
spel te scoren zal juist trachten dit met de opslag te doen.In de reële
wereld zal de werkelijkheid tussen deze twee situaties liggen. Het antwoord
ligt in principe bij de rotatie sterkte en kan aldus voor iedere rotatie
verschillend zijn. In het ralley spel is de set uitslag afhankelijk van het
aantal service punten, de punten dus die gescoord worden wanneer het team de
opslag heeft. Dit is nier anders dan bij het oude side out spel waarbij dit
de enige punten waren. Het aantal opslag punten wordt dan bepaald door de
volgende relaties
Ralley :
S P= (25-A-E)*scr+A en
bij side out
15 = (N-A-E)*scr +A waarbij
A= aces ; E= Fouten ,scr = de kans op het scoren van een punt voor het team
dat de opslag heeft,SP service punten , N = aantal oplsagen
In beide gevallen is de verhouding A/(A+E) de ace ratio kritisch en geeft
in het algemeen aan wat de invloed is van de fouten. Het is wenslijk dat
voor iedere rotatie de ratio groter of gelijk is aan de kans op het scoren
van een punt. Daar deze in top volleybal ongeveer 0.3 bepaalt is een
algemeen stel regel één ace voor twee fouten. Uit spel waarnemingen kan
verder geconcludeerd worden dat het moeilijk is deze ratio te handhaven
wanneer er veel fouten gemaakt worden. Een tweed vuistregel is daarom het
fout percentage te beperken tot maximaal 15 tot 20 %.
Post by ArnoldPost by leovhGevraagd naar de situatie van het moderne volleybal antwoordde Beal in het
interview dat volleybal interessanter zou zijn bij een langere gemiddelde
rally lengte. De rallies zijn te kort door een slecht evenwicht tussen
aanval en verdediging waar de aanval een te dominerende positie heeft.
Als objectief stelt Beal dat een minimum van drie rallies per punt met
een goed evenwicht overeen zou kunnen komen. Regel verandering zouden
daarbij van nut kunnen zijn De volgende suggesties werden gedaan het
evenwicht te herstellen .
Bij de opslag moet de serverende speler voor de achterlijn neer komen
Dat zou een hele goede zijn, dan zou de druk er een heel eind af zijn,
hoewel, als je die kanonnen ziet tegenwoordig. Daarnaast hebben de
lijnrechters echt wat te doen en kunnen zij iets constateren wat goed te
zien is. Want een geslagen bal gaat vaak zo snel dat ik zeniet kwalijk
neem als ze de vlag niet de lucht in gooien.
Een Russische coach gaf ooit eens een rekensommetje op de vraag, waarom
zijn mannen zo roekeloos serveerden. Hij zei iets van, 70% van die
opslagen, moeten over het net, daar weer de helft moet een ace zijn en de
rest een nul pass opleveren. Blijft deze rekensom dan ook nog van kracht?
Waarbij bij mij de discussie weer omhoog komt die ik eens met een top
coach bij de Trainer-B cursus had. Waarom wordt er bij het rally point
systeem met zo belachelijk veel risico geserveerd? Als het fout gaat, ben
je een punt kwijt. Bij de oude telling was dat niet zo en werd er steeds
gezegd dat de service goed moet. JUIST dan had je met alle risico van de
wereld kunnen en moeten serveren, want je kon alleen de service verliezen
en geen punt.
Arnold...